Struisvogelpolitiek
Er hangen donkere wolken boven de Dordtse begroting. In 2026 moet de gemeente Dordrecht maar liefst 20 miljoen bezuinigen om tot een sluitende begroting te komen. De kosten van de gemeente nemen toe, terwijl de inkomsten vanuit het Rijk juist afnemen. Is dit een verrassing? Nee, we weten al een paar jaar dat er een ‘ravijnjaar’ aan zit te komen. Alleen blijkt bezuinigen niet mee te vallen, 2026 lijkt nog ver weg en dat er straks minder geld is voelen we nu nog niet direct. Vragen bijvoorbeeld RTV Dordrecht of het Patriciërshuis om extra geld voor de komende jaren, dan durven veel raadsleden geen ‘nee’ te verkopen.
Noem het gerust ‘struisvogelpolitiek’, het sluiten van de ogen voor gevaren. Lang werd er vanuit gegaan dat het zo’n vaart niet zou lopen met de bezuinigingen. En het lijkt nog steeds niet door te dringen dat het kiezen voor het één onvermijdelijk betekent dat je ‘nee’ zegt tegen iets anders. Een bezuinigingsopgave van 20 miljoen is groot. Waar moet volgens ons dan in gesneden worden? In elk geval op alles wat geen kerntaak van de gemeente is. Het kan bijvoorbeeld wel een tandje minder met geld voor (top)sport en evenementen. Maar helaas halen we daar geen 20 miljoen mee op. We ontkomen er niet aan om ook kritisch te kijken naar de uitvoering van kerntaken, zoals minimabeleid, jeugdzorg en de WMO.
Waar we beducht voor moeten zijn is dat we maatregelen kiezen die op korte termijn geld besparen, maar waar we later de prijs voor betalen. Denk aan bezuinigen op preventie en onderhoud. Als fractie hebben we geprobeerd om dit jaar al zeer kritisch te zijn op alle voorstellen die extra geld kosten. En dat zal volgend jaar nog meer nodig zijn. De tijd van ‘cadeautjes en slingers’ is voorbij. Er zal meer gevraagd worden van u en mij. In onze individuele samenleving wordt sociale cohesie nog belangrijker. Gelukkig wordt die gemeenschapszin in ieder geval nog gevonden in kerken en bij verenigingen. In plaats van alles te verwachten van de overheid zullen we weer meer zorg moeten dragen voor elkaar. Dan kan de gemeente bijspringen waar het echt noodzakelijk is.